Valpolicella Ripasso Monti Garbi

Rijk gezegend met deze Ripasso!!

Valpolicella Ripasso Monti Garbi heeft de smaak van een kleine Amarone en dat klopt ook wel. Een deel van het sap krijgt extra smaak doordat het gegiste sap wordt gemengd door de overgebleven most van de Amarone. Dit heet ripassare ofwel opnieuw passeren. Er ontstaat een tweede gisting met de Amarone schilletjes. En aangezien die achtergebleven schilletjes van de Amarone most nog lekker doordrenkt zijn met veel smaak krijgt ook de Ripasso iets vollere aroma’s, meer kracht, structuur en karakter. Zo krijg je een Ripasso ofwel een baby Amarone. Het grote Genieten kan beginnen!

Tenuta Sant’ Antonio

In 1995 kwamen de eerste wijnen van Tenuta Sant’ Antonio op de markt. De aandacht van de wijnpers, importeurs en consumenten was vrijwel direct getrokken. Dit wijnhuis van vier broers is er ééntje waar rekening mee gehouden moest worden! De eerste grote erkenning vond plaats in 2000 toen de Gambero Rosso de Cabernet Sauvignon Capitello 1997 beloonde met drie glaasjes. Daarvoor had de Chardonnay Colori d’Autunno 1996 in Wine Spectator al 93 uit 100 punten gescoord en was er veel interesse voor de Chardonnay IGT Scaia Bianca. Dat de broers Castagnedi in staat waren internationale wijnen te maken was nu wel duidelijk. Momenteel maken de vier broers geweldige wijnen die internationaal bij wijncritici én consumenten heel goed gewaardeerd worden!

De Valpolicella Ripasso Monti Garbi is robijn tot kersenrood met stevige aroma’s van rijpe rode vruchten. De wijn heeft een bescheiden houttoets, de verfijnde kruidigheid en een mooie lengte. Deze Valpolicella is een geweldige begeleider van pasta’s.  Ook heerlijk bij niet te zware vleesgerechten en hardere kaassoorten.

Valpolicella Ripasso Monti Garbi terroir en wijnbereiding

Deze Valpolicella Superiore Ripasso wordt gemaakt van 70% corvinone en corvina, 20% rondinella en 10% croatina en oseletadruiven. Allen zijn afkomstig van dichtbeplante gaarden ( 8000 stokken / ha.) op de kalkrijke heuvels van de Monti Garbi ofwel ‘arme ruige bergen’.

De oogst , vanaf begin oktober geplukt, direct geperst en gedurende een etmaal vergist bij een lage temperatuur. Een deel van het sap krijgt extra smaak doordat het gegoten wordt (ripassare) over de most die is overgebleven na het maken van Amarone. Die achtergebleven schilletjes zijn nog lekker doordrenkt met veel smaak. Daardoor krijgt ook de Ripasso iets vollere aroma’s, meer kracht, structuur en karakter. Maar dan zonder het voor Amarone kenmerkende zoetje en hoge alcoholgehalte. De tweede gisting komt vervolgens op gang en de wijn kan voor rijping een jaar op Slavonisch eiken en nog eens twaalf maanden op fles.