Gedurende honderden jaren is gedacht dat de Aglianico , die je ook in de regio Basilicata veel aantreft, van een Griekse afkomst was. De oude griekse naam ‘Hellanico’ van de druif wees daar nogal op. Echter DNA- en linguïstisch onderzoek heeft uitgewezen dat Aglianico een autochtoon Italiaans ras is. Eentje die duidelijke trekken vertoont van andere druivenrassen in Campanië.

Aglianico (nero) is het meest aangeplante blauwe druivenras in Basilicata. Dit vroeg bloeiende alsook zeer laatrijpend ras, dat ook in Campanië voorkomt, heeft een bijzonder eigen smaakprofie. Het zijn diepgekleurde, donkerfruitige, rijpe wijnen, vaak immens geconcentreerd en met een flinke dosis tannine. De tannine maakt vele jaren flesrijping dan ook mogelijk. De plant geeft vaak een hoog rendement wat men echter goed in toom moet houden ter bescherming van de kwaliteit.

Deze druif heeft de gave om de mineraliteit, van de vulkanische bodem waar ze meestal op groeit, perfect weer te geven. Dat is ook het geheim van goede Aglianicodruiven. Aangenaam rijp door voldoende hoge temperaturen en genoeg zonlicht, met behoud van frisse zuren en een krokant karakter door de nachtelijke afkoeling.

We kennen natuurlijk de druif van de DOC Aglianico del Vulture waar de druif zijn beste resultaten geeft. Geconcentreerd en tannineus en uitstekende mogelijkheid tot rijpen. Vaak worden deze wijnen wel de Barolo uit het zuiden” genoemd. Grappig genoeg is de Aglianico ook geadopteerd door wijnproducenten uit Australië en Californië waar men met een veel rondere versie komt.